1. Kennisbank
  2. Regels bij aanbestedingen

Wat houden de uitsluitingsgronden in?

De overheid wil alleen zaken doen met integere bedrijven. Om dit te waarborgen, zijn er wettelijke uitsluitingsgronden vastgesteld die bepalen wanneer een bedrijf kan of moet worden uitgesloten van deelname aan een aanbesteding.

Deze uitsluitingsgronden zijn opgenomen in de Aanbestedingswet 2012 en kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën;

  • verplichte uitsluitingsgronden en
  • facultatieve uitsluitingsgronden.

Verplichte uitsluitingsgronden

Volgens de Aanbestedingswet 2012 zijn de verplichte uitsluitingsgronden strikt omschreven. Als een bedrijf onherroepelijk is veroordeeld voor bepaalde delicten zoals omkoping, deelname aan een criminele organisatie, witwassen of fraude, dan moet het bedrijf in beginsel worden uitgesloten. De aanbestedende dienst is verplicht om dit te controleren, meestal via het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA).

Facultatieve uitsluitingsgronden

Daarnaast heeft de aanbestedende dienst de vrijheid om facultatieve uitsluitingsgronden toe te passen. Dit kunnen gronden zijn zoals faillissement, ernstige beroepsfouten, of slechte prestaties in het verleden. Deze moeten echter wel proportioneel zijn en duidelijk in de aanbestedingsdocumenten worden vermeld.

Afzien van uitsluiting

Interessant is dat de Aanbestedingswet 2012 bedrijven de mogelijkheid biedt om hun betrouwbaarheid aan te tonen, zelfs als ze in het verleden fouten hebben gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld door schade te vergoeden of door actieve medewerking aan onderzoeken.

Gesloten stelsel van uitsluitingsgronden

Hoewel de facultatieve uitsluitingsgronden in artikel 2.87 van de Aanbestedingswet 2012 limitatief lijken, kunnen aanbestedende diensten ook andere uitsluitingsgronden opnemen, mits deze niet disproportioneel zijn en de beginselen van gelijke behandeling en transparantie worden gerespecteerd.

Uitsluiting bij opdrachten onder de drempel

Voor opdrachten onder de aanbestedingsdrempels gelden geen formele beperkingen, behalve dat de voorwaarden proportioneel moeten zijn.

Bewijsstukken

Verschillende bewijsstukken kunnen worden gevraagd om de uitsluitingsgronden te staven, zoals een uittreksel uit het handelsregister of een verklaring van de belastingdienst. Voor sommige uitsluitingsgronden is het bewijs de Gedragsverklaring Aanbesteden (GVA).

Een slechte prestatie in het verleden kan onder specifieke omstandigheden een uitsluitingsgrond zijn. Dit is met name het geval als er sprake is van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een eerdere opdracht.

Een onderneming die in een van de uitsluitingssituaties verkeert, mag bewijzen dat de maatregelen die de ondernemer heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Als dat bewijs toereikend wordt geacht, wordt de betrokken ondernemer niet uitgesloten van de aanbestedingsprocedure.

Conclusie: de uitsluitingsgronden zijn een cruciaal instrument om de integriteit van het aanbestedingsproces te waarborgen

De uitsluitingsgronden zijn een cruciaal instrument om de integriteit van het aanbestedingsproces te waarborgen. Ze helpen niet alleen om niet-integere bedrijven uit te sluiten maar dragen ook bij aan een eerlijke en transparante markt. Het is daarom van groot belang voor zowel aanbestedende diensten als bedrijven om volledig op de hoogte te zijn van deze regelgeving en de implicaties ervan.

Risico verminderen

Door deze uitgebreide set van regels en procedures te volgen, kunnen aanbestedende diensten het risico op corruptie en fraude minimaliseren, terwijl ze tegelijkertijd een gelijk speelveld creëren voor alle deelnemende bedrijven. Het uiteindelijke doel is om het publieke vertrouwen in het aanbestedingsproces te vergroten, wat op zijn beurt zal leiden tot betere resultaten voor alle betrokken partijen.